Ook ondernemingen die geen vaste medewerkers in dienst hebben, zullen een beroep kunnen doen op het globalisatiemechanisme. Het gaat om ondernemingen die gebruik maken van uitzendkrachten, jobstudenten en dienstenleveranciers.
Dat heeft de Vlaamse Regering beslist op voorstel van Vlaams minister van Economie Hilde Crevits. De nieuwe maatregel wordt nog aangemeld bij de Europese Commissie.
"2020 was voor veel ondernemers een jaar om snel te vergeten. Omzetverlies en verplichte sluitingen zorg(d)en voor extra kopzorgen. Daarom hebben we een extra beschermende maatregel getroffen om hen te ondersteunen.
Ook ondernemingen die vooral met uitzendkrachten, jobstudenten en freelancers werken, zullen een beroep kunnen doen op de maatregel." - Hilde Crevits
Veel van onze bedrijven zullen de komende weken en maanden nog extra steun nodig hebben, maar ook veel bedrijven hebben het jaar 2020 afgesloten met een zwaar verlies.
Europa laat in dat geval toe dat de overheid tussenkomt in die grote verliezen voor gezonde bedrijven in zwaar getroffen sectoren. Ook Graydon en verschillende experten pleiten ervoor om als overheid de overblijvende verliezen (of niet-gedekte vaste kosten) te vergoeden.
Daarom heeft de Vlaamse regering eind 2020 beslist om een globalisatiemechanisme in te voeren voor het afgelopen jaar. Vandaag werd de verdere uitwerking op voorstel van Vlaams minister van Economie Hilde Crevits goedgekeurd.
Ondernemingen die in 2020 uitzonderlijk zwaar omzetverlies hadden tijdens de laatste drie kwartalen van 2020, van 1 april 2020 tot 31 december 2020 dus, zullen in aanmerking komen voor het globalisatiemechanisme. Het omzetverlies moet minstens 60% bedragen.
Voorwaarden
Een onderneming die een beroep wil doen op het mechanisme moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de onderneming een minimale omzet van 450.000 euro hebben in diezelfde periode in 2019 en moet de onderneming rechtspersoonlijkheid hebben en met een jaarrekening werken.
De steun bedraagt 10% van de omzet, exclusief btw en wordt toegekend op ondernemingsniveau. Voor middelgrote en grote ondernemingen mag de steun nooit meer bedragen tot 70% van de vaste kosten. Voor kleine ondernemingen mag de steun nooit meer bedragen dan 90% van de vaste kosten.
Het maximale subsidiebedrag kan op twee manieren bepaald worden. De eerste manier is op basis van RSZ-tewerkstelling in combinatie met een minimale omzet. Ondernemingen met 1 voltijdse medewerker, ingeschreven bij de RSZ, en een omzet van 1,125 miljoen euro kunnen zo een beroep doen op de maatregel.
De tweede manier is op basis van verruimde tewerkstelling. Dat betekent dat ook ondernemingen die geen of slechts een beperkt aantal vaste medewerkers hebben hiervoor in aanmerking komen. Dat gaat dan om ondernemingen die met uitzendkrachten of jobstudenten werken of een beroep doen op externe dienstverleners of freelancers.
Deze types van tewerkstelling kunnen worden gelijkgesteld met vaste medewerkers. Kleine bedrijven zonder vast personeel, zoals vaak het geval in de event- en cultuursector, kunnen zo ook in aanmerking komen. Facturen van onderaannemers of freelancers kunnen in totaal voor maximum 5 voltijdse medewerkers meetellen.
De steun kan variëren van 15.000 euro tot maximaal 2 miljoen euro. De steun wordt verminderd met de al ontvangen steun in het kader van corona steunmaatregelen in 2020.
Zo kan een klank- en lichtbedrijf met een omzet van 11 miljoen euro met minder dan 10 voltijdse vaste medewerkers volgens de RSZ, mits 90% omzetverlies 1 miljoen euro steun ontvangen.
Daarnaast kan een feestzaal/cateraar met 55 werknemers volgens de verruimde tewerkstelling en een omzetverlies van 80% tot 500.000 euro steun ontvangen. Een podiumbouwer met 7 werknemers en een omzet van 3,5 miljoen euro en 90% omzetverlies kan tot 250.000 euro steun bekomen.
Vlaams minister van Economie Hilde Crevits: "Na overleg met verschillende partners zoals Unizo, Horeca Vlaanderen, vertegenwoordigers van de eventsector, bedrijven en culturele organisaties, hebben we het globalisatiemechanisme verder verfijnd.
Veel ondernemingen in de culturele, vrijetijd- en eventsector werken met freelancemedewerkers of uitzendkrachten. Door die gelijk te stellen aan vaste medewerkers kunnen ook zij een beroep doen op de maatregel.
Daarnaast is het voor gezonde bedrijven in zwaar getroffen sectoren belangrijk dat we als overheid een deel van de opgelopen verliezen compenseren. Dat gaat dan over een groot deel van de niet-gedekte vaste kosten."